Belevingsonderzoek Maaswerken

Begin jaren 90 werden de bewoners van het Maasdal in Limburg tot 2 keer toe onaangenaam verrast door hoogwater. Nu, zo’n 20 jaar later, laat een belevingsonderzoek onder de inwoners van dat gebied zien dat er van angst geen sprake meer is: gevraagd naar hun gevoel over de waterveiligheid geeft men een 8,1!

Belevingsonderzoek MaaswerkenDat is één van de opvallende uitkomsten van een onderzoek dat RenM|Matrix onlangs heeft uitgevoerd in opdracht van Rijkswaterstaat/Maaswerken. Hoewel 80% van de ondervraagden de hiervoor genoemde hoogwaters van de Maas heeft meegemaakt, zegt vrijwel niemand dat het risico van een overstroming van de Maas hen nog persoonlijk bezig houdt. Het uitblijven van overstromingen in de afgelopen 20 jaar enerzijds en de toegenomen bescherming tegen hoogwater als gevolg van de Maaswerken anderzijds, hebben er blijkbaar toe geleid dat men in dit gebied niet meer “leeft met het water”. Dat laatste is echter wel wat de rijksoverheid graag zou zien. Omdat 100% bescherming niet mogelijk is, wordt geprobeerd het waterbewustzijn onder de bevolking te stimuleren (“Nederland leeft met water”), zeker in gebieden die gevoelig zijn voor overstromingen.

Angstige ervaringen zijn geen blijvende motivator voor gedrag
Bij Rijkswaterstaat heeft men er uiteraard niets op tegen dat mensen zich veilig voelen in hun situatie en (weer) kunnen genieten van de unieke facetten van het wonen aan de Maas. Tegelijk maakt men zich echter ook zorgen om het geconstateerde gebrek aan alertheid. Maar één op de vijf heeft bijvoorbeeld zijn woning aangepast met het oog op mogelijke toekomstige overstromingen en nog niet één op de drie zou zich willen verzekeren tegen overstromingsschade. Zoals onderstaande infographic ook laat zien, zijn de meesten (75%) van mening dat er ook in de komende vijftig jaar gewerkt moet worden aan de waterveiligheid in het Maasdal. Dat wordt echter vooral als een taak van de overheid gezien!

Infographic belevingsonderzoek Maaswerken

Gelet op de geringe persoonlijke betrokkenheid bij de risico’s op een overstroming van de Maas, zal het geen eenvoudige klus zijn om het bewustzijn te activeren. Het beschikbaar stellen van informatie en argumenten alleen, zoals dat nu o.a. via websites gebeurt, zal daarvoor niet voldoende zijn. Laag betrokkenen bij een onderwerp zijn namelijk niet geneigd om uit eigener beweging informatie daarover te zoeken, laat staan te verwerken. Dat zal dus niet via de “directe route” (informeren en leren > voelen > doen) lukken , maar via een “indirecte route” moeten gebeuren (overhalen en verleiden > doen > ervaren en leren). Essentieel voor het slagen van deze route is het vinden van de juiste triggers.